Preek gehouden op 28 juli 2024, preekserie Apostolische Geloofsbelijdenis

preekserie Apostolische Geloofsbelijdenis 1: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde; Bijbelteksten: Genesis 1: 1 – 8; Openbaring 4,8b en Matteüs 6: 26 – 32

Ds. Rina Mulderij

Korte uitleg bij Apostolische Geloofsbelijdenis

De Twaalf Artikelen behoren tot de algemene belijdenissen van de kerk en ze worden ook wel de Apostolische Belijdenis genoemd. Een legende gaat dat elke apostel na de uitstorting van de Heilige Geest hun geloof opstelden, maar waarschijnlijk is het niet zo gegaan. Ze zijn ontstaan in de tweede eeuw na Christus, waarschijnlijk uit een doopbelijdenis, want dan worden de dopelingen gevraagd of zij in dit geloof gedoopt willen worden. De Apostolische Geloofsbelijdenis zoals we die nu kennen, dateert uit de tijd van Karel de Grote, zo rond 800 na Christus. Karel de Grote zette in op kerkelijke eenheid in zijn rijk en dat betekende onder meer gestandaardiseerde teksten. In die tijd moest elke gelovige worden onderwezen in het Onze Vader en de Apostolische Geloofsbelijdenis als kernteksten van het geloof. Heel bijzonder is dat deze teksten al vroeg in de eigen volkstaal zijn vertaald. Deze geloofsbelijdenis is velen zeer vertrouwd, maar wat belijden we nu eigenlijk? Als het rooster met bijzondere zondagen het toe laat, preek ik de komende periode over deze twaalf artikelen van geloof in combinatie met passende liederen en Bijbelteksten.

Gemeente van Jezus Christus,

Sportliefhebbers kunnen deze zomer hun lol niet op. EK voetbal, de Olympische Spelen, Tour de France, de Vuelta en de Grand Prix. Voor elk wat wils. Afgelopen EK lieten veel Nederlandse voetballers op het veld zien in Wie zij geloven [https://nos.nl/video/2525221-geloof-belangrijk-voor-dit-nederlands-elftal-ruim-de-helft-is-zichtbaar-religieus ]. Voetbal is voor sommigen al een religie op zich: de grasmat is heilig en gras uit de Kuip wordt na kampioenswinst verkocht als goud. Je moet er wel een aandeel in hebben. Misschien kun je geloven ook als voetbal zien. De groenvoorziening, de beheerder zorgt ervoor dat het voetbalveld pico bello in orde is: de strepen liggen goed, de goals zijn klaar voor gebruik en de tribune kan veilig betreden worden. Als een Schepper zorgt hij ervoor dat er aan de voorwaarden van het spel voldaan wordt. De coach is als een Vader voor de spelers. Hij geeft goede raad, speladvies en samen met de verzorger draagt hij bij aan een goede gezondheid, fysiek en mentaal. Hij oefent hen en zorgt dat zij zich goed trainen door soms hun grenzen te verleggen en ook door verantwoord met je lijf om te gaan. De scheidsrechter houdt tijdens de wedstrijd in de gaten of de regels wel gevolgd worden of de teams goed met elkaar omgaan. Hij heeft de (al)macht om het spel stil te leggen of dat er een penalty wordt gegeven. Allemaal zijn zij nodig om het spel goed te laten verlopen. Zonder goed onderhouden veld kan er niet gevoetbald worden. Zonder coach, verzorger kun je als speler niet verder groeien, dat je gemotiveerd blijft en zonder arbiter kunnen teams met elkaar op de vuist gaan, omdat zij het niet eens worden, of er nu een hands of buitenspel moet worden gegeven. Voetbal moet een spelletje blijven, geen oorlog.

In geloven hebben we als spel ook regels, aanwijzingen nodig. We hebben elkaar nodig, dat wij op aarde goed met elkaar omgaan. Dat we elkaar vertrouwen schenken, dat we vrij zijn om te geloven. God speelt ook met Zijn schepping (Psalm 104,26): het geeft Hem vreugde om erbij te zijn. Hij geniet ervan en Hij rust uit op de zevende dag na het harde werk van het overwinnen van het leven op chaos. Scheppen is Bijbels gezien het majesteitelijk maken van de aarde en de hemel. Telkens dreigt de chaos ons leven op te slokken, dat de schepping een terugval maakt in vernietiging, in het door elkaar gooien, waar we onszelf groter en anderen kleiner maken. Waar de torenbouw van Babel op wijst, is dat mensen die grootse plannen hebben, dat ze dan ook weinig oog voor kunnen hebben voor de mensen die het zware slavenwerk verrichten. Maar denk ook aan #metoo: waar de grenzen van de ander zonder pardon overschreden zijn. Of denk aan die plekken op aarde, waar niemand of geen ander schepsel meer kan leven. Wij zijn als medescheppers verantwoordelijk om goed voor deze aarde te zorgen. Die opdracht hebben we mee gekregen van Degene van Wie de hemel en de aarde is. Het is niet ons bezit, maar van God. We zijn geroepen om de aarde zo te gebruiken dat generaties na ons er ook kunnen leven. Niet dat zij eerst maar onze troep moeten ruimen, voordat zij aan leven toekomen. God heeft voor ons een goede aarde neergelegd, zodat we kunnen bestaan – niet om deze met de vuile voeten te betreden.

God is ook onze Vader – dat vertrouwde gebed kennen we uit ons hoofd. Het mooie aan de Apostolische geloofsbelijdenis is, dat er voor God woorden worden gebruikt die uitdrukking geven aan de persoonlijke relatie die wij met God hebben. Als het goed is, komt er veel liefde bij deze koosnaam voor God kijken. Abba, vader in het Hebreeuws, is dat ook van een kind voor zijn vader. Daar mogen wij in delen als de soms ook dwarse kinderen die wij zijn. We kennen allemaal wel eens de perioden dat we geen gehoor willen geven aan onze hemelse Vader, dat we van Hem zijn weg gelopen, Hem niet willen gehoorzamen, omdat we menen dat onze mening belangrijker is. Dat is dat stuk vrije wil, dat God ons gegeven heeft om vanuit vrijheid te kiezen voor liefde voor Hem. Dit maakt dat ons geloof doorleefd is, dat we vanuit Gods liefde ons laten zuiveren, dat we op onze schreden terugkeren. Dat maakt het soms moeilijk, wanneer we zien dat in de loop van de tijd mensen uit onze familie- en/of vriendenkring niets meer met die liefde van God doen. Dat ze niets bij die geborgenheid van de Vader ervaren, zoals een kind dat stil is geworden op de arm van zijn moeder (Psalm 131) of waar Jezus zegt dat hij de kinderen van Israël bijeen heeft willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels (Matteüs 23,37 en Lucas 13,34). De Vader heeft ook moederlijke elementen in zich, zoals de vader in het verhaal van de verloren zoon wacht op de terugkeer van de zoon die een eigen pad is gegaan, los van de vader (Lucas 15). Ook daar komt ontferming bij kijken. Liefde die jij in je binnenste voelt. Zo kan God zich ook om ons voelen vanuit Zijn Vaderlijke genegenheid.

Vanuit genade kunnen wij God met heel ons wezen onze Vader noemen. Dat lukt ons niet uit onszelf. We hebben die genade daarbij nodig. In de tijd van het Romeinse rijk waren er ook keizers die zich graag hemelse vader lieten noemen door hun onderdanen. Ze waren trots op die titel, omdat ze vanuit hun ego meenden dat ze voor iedereen konden zorgen, terwijl dit een illusie is. God de Vader kan deze claim wel onderstrepen. Jezus zegt dat de hemelse Vader weet wat we nodig hebben. Hij geeft ons geen steen voor brood. Zelfs voor de vogels zorgt Hij, dat zij gevoed zijn. Steek jouw energie in wat bijdraagt aan dat Koninkrijk van God, opdat ieder mens een goed leven heeft – ik besef dat het anders bij je binnen kan komen, wanneer je zelf honger hebt en je afhankelijk bent van wat je een buurtkastje aantreft. Maar ik geloof met Jezus mee, dat als we onze aandacht op Gods gerechtigheid weten te vestigen, dat we er samen een andere wereld weten te maken.

We leven nog met veel weerbarstigheid op deze aarde. Waar we van God weg drijven, waar we niet tot ons doel komen, waartoe we geschapen zijn. Er is veel kwaad dat wij niet kunnen weg denken of waar we denken dat God in Zijn almacht toch niet zo machtig is om dit voor elkaar te krijgen. Er is veel onbegrepen leed op aarde, waar wij met lege handen bij staan, want God kan dit toch niet zo maar laten gebeuren. In de Bijbel is de titel de Almachtige geen filosofisch begrip, maar eerder een strijdkreet voor mensen die bevrijd moeten worden van vervolging, een roep vanuit de diepte van zonde, dat God hen niet alleen laat. Dat Hij hen hoort vanuit de nood van slavernij in Egypte. Op een bepaalde manier zitten wij allen ergens vast in ons ‘Egypte’, waar je niet zelf uit weg kunt komen. In het boek Openbaring komt de titel de Almachtige vaak voor, meestal in een liturgische setting, wanneer de hemelwezens, oudsten en de mensen die in de verdrukking zich hebben vastgehouden aan hun geloof in God: zij zingen dat God de Almachtige is. Hij zal uiteindelijk over allen oordelen, omdat Zijn liefde alles tot voltooiing zal brengen. In leven en in dood is God almachtig: daar ligt Zijn macht. Dan laat Hij geen kwaad onbestraft wat aan de kleinen is gebeurd, waar kwade mensen anderen in hun kwetsbaarheid hebben weggegooid, waar mensen in chaos zijn vervallen, waar ze geen roep om gerechtigheid gehoord hebben, waar ze over de hongerige, dorstige, zieke of gevangen medemens zijn gestapt, want: “hoe hadden wij U kunnen herkennen?” (Matteüs 25,31-46)

God in Zijn almacht is bij wie in nood is, wie lijdt aan dit bestaan. Over heel Zijn schepping is God soeverein, maar anders dan degenen die als koningen over ons heersen. In het eind zal God Zijn macht in de hele kosmos manifesteren. Daar mogen wij van zingen dat God ons ziet en dat we mogen blijven hopen dat dit leven in alles wat wij ervaren als zonde, als kwaad, ellende en leed, dat dit niet het einde is. God is erbij, wanneer we niet verder kunnen en we tot Hem roepen. Dat we het kwaad niet de boventoon laten voeren in ons leven, maar dat we altijd een adres in de hemel hebben, die naar ons luistert, die ons zal redden. De Almachtige kan soms ver van ons klinken, maar in Zijn almacht is God ons nabij als Vader, die het goede met ons voor heeft, want niet voor het kwaad heeft Hij ons geschapen, maar voor het goede. Dat mogen we ook voor onze medemens zoeken, dat we niet in chaos vervallen, maar dat we elkaar helpen onderweg. In die God mogen wij ons vertrouwen stellen, van nu tot in eeuwigheid. Amen.